Onze takken

Kapoenen en welpen

Het leven van een kapoen (5-8 jaar) is er één vol spel, fantasie, creativiteit en expressie. Spelenderwijs en ongedwongen ontdekken we samen met hen de wereld. De leiding gaat hierbij uit van het kind zelf, van wat hen boeit en aanspreekt.

 

 

Wie tussen 8 en 11 jaar is, kan meespelen bij de welpen. Het is typisch voor welpen dat ze zelf dingen leren doen. Ze krijgen ruimte en kansen om dingen uit te proberen en van elkaar te leren. De werking wordt ingekleed met verhalen en fantasie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het Jungleboek. Zo komt het dat vaste kleine groepen “nesten” genoemd worden. “Raadsrots” is het moment waarop welpen en kabouters gaan samenzitten om over vanalles te kletsen en mee te beslissen.

 

Welpen (8-11 jaar) ontdekken de wereld, leren samen spelen en hun eigen zegje doen. Ze dollen en rennen door het bos, ze apen apen na, ze verkleden zich als Jommeke, Nemo en Spiderman…

Jongverkenners

Jongverkenners trekken er graag op uit in de natuur of verkennen hun buurt. Op tentenkamp koken ze hun eigen potje. In vaste leefgroepjes of patrouilles werken ze samen en nemen ze initiatieven: van kattenkwaad tot leuker. Jongverkenners krijgen een waaier van mogelijkheden om mee te beslissen, zelf de handen uit de mouwen te steken en allerlei vaardigheden onder de knie te krijgen. Met de jongverkennersraad en derdejaarsmomenten worden kansen op inspraak geboden. Stilaan leren ze dat scouting niet stopt als de vergadering is afgelopen.

 

 

Jongverkenners gaan al wat vaker op pad. Een van hun favoriete activiteiten is ‘woudlopers keuken’, dit is zelf eens een worst leren bakken op een zelf aangemaakt vuurtje. Je kunt er ook leren sjorren, of de beginselen van EHBO, maar we maken natuurlijk ook erg veel plezier wanneer we eens gaan zwemmen, een voetbalmatch spelen of een zeepkistenrace organiseren.

Verkenners

Bij de verkenners is er ruimte voor grotere projecten. Met de groep een snuifje avontuur realiseren, of uitgedaagd worden door elkaar. Vanuit eigen interesses op zoek gaan naar zichzelf tussen soortgenoten. Dit door typische activiteiten of door een experiment waaraan gidsen/verkenners in kleine groepjes mee voorbereiden. In hun ‘parlement’ maken ze regelmatig afspraken en evalueren ze hun werking.